Wat wordt er gecontroleerd?
Vier- en acht maanden na oplevering en jaarlijks onderhoud, dienen de volgende controles te worden uitgevoerd door een beheerder brandmeldinstallaties;
- Controle of de handbrandmelders goed bereikbaar, direct zichtbaar en niet beschadigd zijn;
- Controle of automatische brandmelders vrij zijn van obstakels die de verspreiding van fysische verschijnselen van brand zoals rook, warmte en straling naar de brandmelders kunnen verhinderen;
- Controle of alle automatische brandmelders naar behoren kunnen functioneren en niet beschadigd zijn;
- Controle of zich binnen de detectiezones veranderingen in ruimtegebruik, inrichting, ventilatiesysteem of bouwconstructie hebben voorgedaan;
- Controle of de huidige voorzieningen van de brandmeldinstallatie nog voldoen aan de alarmorganisatie;
- Controle of de bedieningsvoorschriften, installatieplattegronden, blokschema's, functiematrixen en dergelijke overeenstemmen met de werkelijke situatie;
- Controle ieder criterium van de doormeldfunctie voor brandmeldingen;
- Controle doormeldfunctie voor storingsmeldingen;
- Controle alarmfunctie van iedere brandmeldcentrale;
- Controle uitschakelfuncties van iedere brandmeldcentrale;
Tevens dient eenmaal per maand de volgende controles te worden uitgevoerd door een beheerder brandmeldinstallaties;
- Controle van de brandmeldcentrale, het brandweerpaneel en de nevenpanelen;
- Controle ieder criterium van de doormeldfunctie voor brandmeldingen;
- Controle van de doormeldfunctie voor storingsmeldingen.